Afgelopen zaterdag werd Nederland opgeschrikt door het nieuws van het overlijden van oud-premier, -vakbondsman en -PvdA-leider Wim Kok. De periode dat ik op de middelbare school zat, komt op twee jaar na overeen met de periode dat Wim Kok premier was. Hij was daarvoor al minister van Financiën geweest in het laatste kabinet Lubbers en natuurlijk in de jaren ’80 oppositieleider en opvolger van Joop den Uyl.
Hij maakte in die tijd indruk op me. Een man van statuur, een staatsman. Wim Kok, dat was voor mij zo’n beetje de hele Nederlandse politiek. Vooral in de tweede helft van de jaren ’90 ging het Nederland onder zijn leiding enorm voor de wind op economisch gebied. Het was een optimistische tijd. Het paarse kabinet kwam ook met euthanasiewetgeving en voerde het homohuwelijk in. Daarnaast stond hij internationaal bekend als de man van het ‘poldermodel’. Er was in de bovenbouw genoeg te discussiëren tijdens de lessen Maatschappijleer. Nu natuurlijk ook, iedere tijd zijn eigen onderwerpen.
Tegen de tijd dat ik voor de eerste keer mocht stemmen voor de Tweede Kamer in 2002 waren de ‘gouden’ paarse jaren in een halfjaar tijd de ‘Puinhopen van Paars’ geworden. Ik vond dit zo onterecht dat ik misschien juist daardoor wel op de PvdA stemde en sindsdien nooit anders heb gedaan.
Er is nu veel kritiek dat er in die jaren te veel werd geprivatiseerd en geliberaliseerd, dat er te veel ‘ideologische veren’ werden afgeschud. Sommige delen van deze kritiek deel ik, maar te veel nadruk hierop doet geen recht aan de grote nalatenschap van Wim Kok. Hij heeft veel voor Nederland en de PvdA betekend. Hij was in de jaren ’90 de juiste man op de juiste plek. Ik zal hem missen, net zoals ik het Nederland van de jaren ’90 en het optimisme van toen ook vaak eens mis.
Egbert Hofstra, fractievoorzitter PvdA Stadskanaal